Betrokken burgers
Scholeksters in de stad
Stedelijk gebied
In stedelijk gebied kunnen Scholeksters verassend goed uit de voeten in de broedtijd. Dat komt omdat Scholeksters hun jongen voeren, in tegenstelling tot Grutto’s en Kievieten, waar de jongen vanaf het eerste begin zelf naar voedsel moeten zoeken. Een plat dak met grind om te broeden en brede bermen en grote gazons om voedsel te zoeken zijn vaak al voldoende. Het populatieaandeel van stadsvogels in Nederland stijgt en wordt geschat op 15% (4.500-5.500 broedparen). De aantallen zijn in het oosten van het land stabiel tot licht groeiend, een teken dat ze vaak wel voldoende jongen groot weten te brengen. In het westen van het land lijken de stadse Scholeksters net als elders in Nederland af te nemen, maar de afname is minder sterk.
Lokaliseren en markeren van nesten
De Scholeksters voelen zich vooral thuis aan de randen van de stad met industrieterreinen en sportvelden en veel minder in de versteende stadskernen. Door de sterke menselijke invloed in het stedelijke gebied vormt het voor Scholeksters niet altijd een stabiel habitat. Nieuwbouw, renovatie en aanleg van zonnepanelen kunnen een grote invloed hebben op de kwaliteit van het leefgebied voor de Scholekster. Bovendien liggen er ook allerlei andere gevaren voor Scholeksters op de loer, waardoor het niet overal goed gaat. Onderzoek is noodzakelijk om een beter beeld te krijgen van de populatieontwikkeling en broedsucces in het stedelijke habitat. We hopen dat dit kan leiden tot aanbevelingen voor behoud en of verdere groei van de broedpopulatie. Twee belangrijke sporen van onderzoek zijn meerjarig populatieonderzoek en het verzamelen van losse meldingen van broedlocaties (inclusief broedsucces). Hierover kunt u meer informatie vinden via de website hieronder.
Schuilgelegenheid
Broeden op een plat dak in het stedelijk gebied levert scholeksters belangrijke voordelen op, met name bescherming tegen grondpredatoren zoals vossen. Maar er zijn ook nadelen. Vooral het gebrek aan schuilmogelijkheden en drinkwater kunnen problematisch zijn voor de kuikens. Daarom wordt er gewerkt aan een schuilplek voor de kuikens. Tijdens het broedseizoen van 2023 is er een prototype uitgeprobeerd. Die had een broedplek met schelpen, een schaduwplek voor de kuikens en een waterbakje. De schuilplekken konden pas laat geplaatst worden en vaak op daken waar ook goede alternatieve broedmogelijkheden waren. De resultaten waren waarschijnlijk mede daardoor weinig succesvol. Het experiment wordt daarom voortgezet en er wordt nagedacht over aanpassingen. Deze zouden dan tijdens het broedseizoen 2024 uitgeprobeerd kunnen worden.
Op de site van vogelbescherming staat een mooi verhaal over een kunstnest en schuilplek op het dak:
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Onze nieuwsbrief verschijnt 4x per jaar